Mijn Verhaal: Serginio in de Tweede Kamer -> nu vier dagen in de week betaald
Serginio mocht sinds 2012 elke donderdag stage lopen in het bedrijfsrestaurant van de Tweede Kamer. Hartstikke mooi, maar nog mooier is dat hij sinds kort zelfs vier dagen in de week mag werken, en nog betaald ook. Hoe gaaf is dat! Lees hieronder zijn verhaal:
Tijdens de Prokkelstage in de Tweede Kamer in 2012 was Serginio een van de deelnemers vanuit Middin die daar een dagje meeliep. Ook in het bedrijfsrestaurant mocht hij een kijkje nemen. Met zijn horeca-ervaring natuurlijk zeer interessant! Ook de medewerkers van het bedrijfsrestaurant vonden het erg interessant dat er mensen met een beperking een dagje meeliepen. Dat wilden zij eigenlijk wel vaker!
Men ging een overeenkomst aan met Middin en zo kon het gebeuren dat Serginio één dag in de week een stageplek kreeg in het bedrijfsrestaurant van de Tweede Kamer: de donderdag. Marian Geling: ‘Dat droeg ontzettend bij aan de werksfeer. Andere teamleden werden minder gestrest en mopperen minder, omdat hij daarvan snel van slag raakt. En ook voor de mensen die in het restaurant eten was het goed: of daar nou de minister staat of de schoonmaker, voor Serginio zijn ze allemaal gelijk.’
‘Ik vind het heerlijk als Serginio er is, ik kan zo van hem genieten. Hij heeft het prima naar zijn zin bij de Tweede Kamer en dat straalt hij ook uit. Daar krijg ik een warm gevoel van. Serginio is ook graag gezien door iedereen van het restaurantbedrijf en op de andere afdelingen. Soms duurt het iets langer dat gasten geholpen worden, maar de mensen begrijpen dat wel. Ze vinden het leuk als Serginio uitleg geeft bij de soep of het lunchgerecht. In het begin stonden we naast Serginio om –als dat nodig was– een toelichting te geven over zijn werkzaamheden. Nu kent iedereen hem en vragen ze zelfs naar hem als hij er een keer op een donderdag niet is.’ (André de Haan, Chef logistiek restaurantbedrijf Tweede Kamer, -> bron)
Serginio kreeg in de eerste paar jaar nog veel ondersteuning van begeleiders, maar hoe langer hij er werkte, hoe zelfstandiger hij werd.
‘En nu’, vertelt Marian trots, ‘nu werkt hij daar vier dagen in de week. Een betaalde baan! Daar heeft hij misschien vijf jaar over gedaan, maar dat doet er niet toe. Ook zijn ouders zeiden: ‘Vroeger wilde hij niet eens een schone spijkerbroek aantrekken als het nodig was. Maar toen hij die baan kreeg, zei hij ineens: pap, mam, ik heb een nieuwe broek nodig. En een blouse, en een das. Want ik moet naar mijn werk.’ Dat is toch prachtig? En al zijn collega’s bekommeren zich om hem. Ze gaan zo respectvol met elkaar om.’
En hij heeft nu zelfs zijn eigen toegangspas voor de Tweede Kamer! Wat doet hij zoal? Meehelpen de lunch voorbereiden, brood snijden voor de soep, afwassen… een heel gevarieerd takenpakket dus. Marian: ‘Als je vanuit een vertrouwde omgeving iemand zo nu en dan voorzichtig uit de comfortzone haalt, dan kan iemand zó ontwikkelen en groeien. Dat is geweldig om te zien. En precies dat is de kracht van de Prokkelweek. Die ene week per jaar wat extra aandacht, zorgen dat anderen er ook over nadenken. Als ik bedrijven bel met de vraag of er iemand een dag mag stagelopen, zeggen ze allemaal ja. En in die ene dag komen ze erachter hoeveel het ze brengt. Het is vaak zo veel gelijkwaardiger dan waar mensen soms bang voor zijn.’
André: ‘Ik zou werkgevers dan ook willen oproepen om eens goed rond te kijken in hun bedrijf of organisatie. Want er is altijd wel werk dat ook door iemand met een beperking kan worden gedaan. Het kost een klein beetje inspanning, maar je krijgt er ook zoveel voor terug. Geef iedereen een kans, sluit niemand uit!’